Johannes Versteegt was in 1811 molenaar geworden op molen nummer 2 te Lopik. Hij is dat tot 1855 gebleven en moest toen gezien zijn hoge leeftijd om ontslag vragen. Hier zien we een fragment uit de brief die Johannes Versteegt in 1855 schreef aan het polderbestuur.
De letterlijke tekst van de brief luidt:
Lopik den 21 Meij 1855
Waarde heer en Burgemeetter en Schout
van de voornoemde gemeenten en verderen
Leeden Van den zelve polder lopik
Lopikker Kapel en Zeevenhooven worden verzogt
Door den persoon Johs. Versteegt om
Ontslagt Van zijn post als polder
Waatermoolenaarm dei ik Veiren veertig en een
Half Jaar heeft bedient Waardoor
Ik ddor U Vaaders en der Zelver leeden in
geplaats ben Waar van zij alle in de
eeuwigheyd zijn en verders verzoek ik om
tot November 1855 hier te blijven
en Verders Wat mijn hoogts Verlangen is
Om mijn Zoon Cs. Versteegt in mijn
Plaast geplaast te zein
Wees Verders van Meij en de mijne
Gegroet en wens u alle Gezont nog lange
Van daage en ik heb de eer mij te noemen
Johs. Versteegt
Cornelis zelf schreef ook een sollicitatiebrief naar het polderbestuur. Hier de tekst van deze brief.
Lopik
den 21 Meij 1855
Waar de heer burgemeester en Schout Van de voornoemde ge
Meenten en Verderom Leeden Van den zelven polder Lopik en lopik
kapel en Zevenhooven Worden Verzogt door den persoon C Versteegt
om als polder WaaterMoolennaar op de polder Waatermoolen No 2. in Mijn
eerwaarde Vaader plaas geplaas te worden Welken
Weegens klim Van Zijn Jaaren Voor die post bedankt heeft
Daarvan onder Woorden mijn Zelven om als stolsittstand om die post
Bij de eer Waar heer burgemeester en de leeden van het polder
Bestuur aan te Melden om met die post begunstigt te wonden
daar toe Werken de heeren a We kanten dat is mijn Wens en
beeden Verder Wens ik Mij eerlang te noemen u onder
daanige dienaar C Versteegt
Er kwam al vrij snel een reactie van het polderbestuur op de brief van Johannes.
Op
05-06-1855 ontving hij deze brief::
Aan Johannes Versteegt te Lopik
Het Polderbestuur van Lopik
Gehoord het
schriftelijk ingediende verzoek van Johannes Versteegt
watermolenaar van den polder Lopik, om als
Watermolenaar
te worden Ontslagen Heeft besloten
1. Johannes
Versteegt op zijn daartoe gedaan verzoek eervol
ontslag te verleenen Als watermolenaar van den polder
Lopik
in te gaan den eersten November 1855
2. Dat den Hooiberg thans aanwezig bij den watermolen no 2.
door genoemde Johannes Versteegt bemalen wordende op den eersten November 1855
geheel zal moeten zijn weggeruimd alsmede dat aldaar
ook geen hooischelf zal
mogen worden geplaatst
3. Dat het gedaan verzoek om door zijnen zoon Cornelis
Versteegt
als watermolenaar te mogen worden vervangen tot nadere
beslissing
wordt aangehouden
Aldus besloten door het Polderbestuur van Lopik in zijne vergadering gehouden den
5 Juni 1855
de Schout der Polder Lopik
Het Lid in het polderbestuur
Uiteindelijk werd Cornelis in 1855 toch aangesteld als watermolenaar op molen nr. 2 te Lopik.
We zien dan 29 jaar later dat ook Cornelis er mee wil stoppen. Op 06-08-1884 schreef hij een brief aan het Waterschap Lopik:
Lopik den 6 augustus
ik ondergetekende
C Versteegt Watermolennaar
Van het Waterschap Lopik
beken voor mijn post te
be danke als molennaar
Weegens mij on be kwaamheid
in Ver Zoek noch om den Guns
Van mijn Zoon Cornelis tot
een groot genoegen Voor mij en
mijn Vrouw daar ik hem en
alles tog nog op mag dragen
Weegens Zijn bekwaamheid altijd
bij mijn tegenWoordigheid u
dien naar C.Versteegt
Verlang tegen 1 Sem ber of
den 15 der Zelven met bij wij
Zen Van mij Zoon
Ook de zoon Cornelis, die net in 1883 het hele Amerika-avontuur achter de rug (zie de levensbeschrijving van Cornelis en Adriana) had schreef toen in 1884 een brief naar het polderbestuur met het verzoek om op de molen geplaatst te mogen worden.
Ver Zoek Schrif
Van C. Versteegt C Zoon
Eer Waar de burgemeester
en leden van het be stuur
Van het Waterschap Lopik
en Lopikker kapel en Zeven
hoven daar mijn Vader
Voor Zijn post heeft be
dank: Ver Zoek ik Vrien
delijk om en de Guns te
magge deelen als onder
ge schikte dien baan ge steld
te Worden Weegens staak
be stand mijn Zelven Voor
mag stellen daar ik tog
Grooten begeerte heb om als
moolennaar op mijn Vader
plaas te magge blijven als
ik en de Guns mog leggen
dit is mij Ver Zoek en ook
tot mijn oudders der blijd
schap u mede diennaar
C Versteegt Zoon
We weten nu dat hij uiteindelijk niet de
nieuwe molenaar op molen nr. 2 is geworden.
We vinden nog wel een
ontslag overeenkomst voor Cornelis (de vader) met nog enkele bijzondere
bepalingen omtrent het vrij opleveren van het zomerhuis.
De ondergeteekende Cornelis Versteegt mole
naar op den molen no.2 van het waterschap Lopik
Lopikerkapel en Zevenhoven, aan wien op diens
daartoe gedaan verzoek met ingang 1 Sep
tember aanstaande als zoodanig een eervol ontslag
is toegekend en
diens huisvrouw Hendrika de Hoop erken
nen bij deze dat hun door het Bestuur van ge
zegd waterschap is opgezegd het gebruik van
het zomerhuis of zoogenaamde schuur staande
nabij molen no.2 en het daarom gelegen erf
en verbinden zich beiden door onderteekening dezes
gezegd zomerhuis en erf op den eersten Oc
tober dezes jaars te zullen verlaten en ter vrije
beschikking te stellen van gemeld waterschap
zonder daarin- of op iets achter te laten dat
hen in eigendom toebehoort.
Zij verbinden zich verder voor hunne rekening
te nemen alle kosten welke het bestuur zal
moeten aanwenden tot verkrijging van zijn
regten en die op de eerste vordering te zullen
voldoen.
Lopik, den Augustus 1884
(is getekend H. De Hoop)
Deze pagina is onderdeel van een verhaal
over de 2e Lopiker molen.
Zie daarvoor deze site en klik dan in het menu op
"De familie molen"