Reeds in 1454 is er reeds sprake van bemaling
van het latere waterschap Lopik,Lopikerkapel en
Zevenhoven (2000 ha) door drie paralel geplaatste
wipwatermolens. Dehuidige molen is gebouwd na
afbranden van zijn voorganger. In 1933 werd de
Voorste Molen gesloopt en werd op zijn fundatie
eendiesel-schroefpompgemaal geplaatst. Door gebrek
aan dieselolie in de Tweede Wereldoorlogwerd in
1943 voor de aandrijving op electriciteit
overgeschakeld. Door een restauratie en
wijziging omstreeks 1950 aan de Achterste of
Kademolen, werd debruikbaarheid van deze molen
aangetast, waardoor men deze molen buiten bedrijf
stelde enin 1961 voor sloop verkocht. In 1962
werd de Middelste Molen door de plaatsing van een
vervangend gemaal overbodig enkreeg toen de status
van reserve-gemaal. In 1977 en 1978 werd in de
Lopikerwaard een ruilverkavelingsproject
uitgevoerd. Hierdoor werden de oude
bemalingsinrichtingen, waaronder de Middelste
Molen overbodig. De molen is in 1993 deels
gerestaureerd, waarbij het bovenhuis is aangepakt.
Momenteel is het wachten op de uitvoering van de
2e fase van de restauratie waarbij o.a. de
krimpmuren zullen worden hersteld waardoor het
scheprad weer kan draaien. Tot het zover is kan
de molen slechts onbelast draaien.
Traditioneel wordt op de laatste zaterdag van
oktober een Molendag gehouden in de Lopiker- en
Krimpenerwaard. Dan zullen alle 10 molens in deze
twee grote polders draaien.
Tekstbijdrage: Henk Epskamp |